7 cascadas / zilvermijnen

23 november 2015 - Potosí, Bolivia

Na bijna drie weken intensief Spaans lessen volgen en huiswerk maken in de zon, is het tijd om verder te gaan. Nog een weekendje Sucre en dan door naar Potosí, althans dat was het plan. Op zondag ben ik naar de markt in tarapuco geweest, tarapuco ligt zo'n 65km van Sucre. Het bleek een kleine tegenvaller te zijn, het was een leuk marktje maar het was veel kleiner dan ik had verwacht en na ongeveer twee uur hebben we weer de bus teruggepakt. Terug in Sucre hebben we de begraafplaats bezocht, erg indrukwekkend. Begraven gebeurde hier niet onder maar boven de grond, in grote, van cement gemaakte, blokken worden zo'n honderd lichamen tegelijk geborgen. De kist wordt er van de zijkant ingeschoven waardoor er aan het uiteinde een klein gebedplekje creëert, dus in plaats van een grafsteen heb je een soort klein Dit lijkt vreemd, maar het gaf eigenlijk een zeer fijne sfeer. 

Maandag heb ik met een Deens meisje een wandeling gemaakt naar de zeven watervallen op ongeveer een half uurtje van Sucre. Erg mooie omgeving alleen werd op internet vermeld dat je het beste op slippers kon gaan omdat je door de rivier heen moest. Slechtste advies ooit! De eerste twee à drie kilometer waren nog te doen, daarna verdween het pad en moest je je eigen weg vinden tussen de cactussen en andere planten, niet erg prettig op slippers. Na ongeveer veertig minuten door de struiken maneuvreren op een berghelling besloten we terug te gaan naar de eerste twee watervallen. In totaal hebben we vijf watervallen gezien die op zich niet erg indrukwekkend waren, de omgeving daarentegen was het helemaal waard. Na een uurtje zwemmen besluiten we terug te gaan. Vanaf hier is het nog zeker twee à drie uur lopen, niet erg prettig op onze slippertjes. Gelukkig was er een aardige Amerikaanse vrouw die ons wel een lift wilde geven naar de stad. Eenmaal teruggekomen in Sucre ga ik naar de bus terminal en koop een ticket naar Potosí voor de volgende ochtend. Wanneer ik terugkom ligt het Deense meisje echter doodziek op bed, na een nacht lang overgeven en diaree met bloed zijn we de volgende ochtend naar het ziekenhuis gegaan. Hier werd verteld dat ze minstens drie dagen moest blijven. Mijn bus naar Potosí heb ik inmiddels gemist. Ik besluit nog een dagje extra te blijven vanwege een infectie. De volgende dag als ik bij het ziekenhuis aankom zegt ze:'mooi, ik ben klaar om te gaan', ik:'huh, ik dacht dat je langer moest blijven?' 'Ja maar ik ben er klaar mee'. En ze trekt zo het infuus eruit! Ze loopt vervolgens naar de dokter en bedankt haar, die natuurlijk niet snapt wat er gebeurd. De dokter zegt dat ze terug moet naar bed maar nee daar had mevrouw geen zin in, na veel overleg met andere dokters krijgt ze antibiotica mee voor vier dagen en mag ze daadwerkelijk gaan. De volgende dag vertrek ik dan toch naar Potosí.

Potosí is een stad in het zuiden van Bolivia. De stad leeft van de zilvermijn die inmiddels grotendeels is uitgeput, puur zilver kan al niet meer worden gevonden. Tijdens de Spaanse overheersing is het grootste deel weggehaald, wat overblijft is een mix van zilver en zink. Tegenwoordig is het mogelijk om tours in de mijn te krijgen. Met een groep van acht mensen vertrekken we 's ochtends naar de mijn. Onze gids, Orlando, is een oud mijnwerker die voor vijf jaar in de mijn heeft gewerkt, hij heeft geluk gehad de meeste mijnwerkers worden niet ouder dan veertig à vijftig jaar vanwege de slechte werkomstandigheden. Voorafgaand aan de tour stoppen we eerst bij de 'mijnersmarkt' waar we wat cadeautjes kopen voor de mijnwerkers.   Op deze markt is alles te koop wat je nodig hebt in de mijn: pikhouwelen, spades, dynamiet maar ook coca bladeren, alcohol en sigaretten. Ik koop coca bladeren, alcohol (puur 96%) en een fles fris om het mee te mengen. Vervolgend gaan we de mijn in. Na ongeveer een kilometer zigzaggend door de mijn lopen komen we de eerste werkers tegen. Wij zijn inmiddels helemaal kapot omdat de mijn ongeveer op 4200m ligt en het nog al op en neer gaat. We rusten even naast de werkers, delen en geven een deel van onze voorraad coca bladeren en alcohol. Vervolgens begint het 'echte' avontuur, als ik de woorden van de gids gebruik. We kruipen en klimmen door gaten van maximaal 1x1m, om vervolgens bij andere mijnwerkers te komen, die geven we de rest van de cadeaus. Zelf gaan we nog verder de mijn in, naar een afgelegen stuk. Een Amerikaan uit de groep had een dynamietstaaf gekocht, die gaan we nu tot ontploffing brengen. Rustig bereid de gids de bom voor, steekt hem vervolgens aan en in plaats van we te rennen, nemen we eerst rustig allemaal een foto met de aangestoken lont. Vervolgens lopen we rustig een hoekje om en wachten af. Na een minuut gaat hij af, dat is nog eens wat anders als een rotje met oud en nieuw. Aan het eind van de tour is er een beeld wat de God Pacha Mama (moeder aarde) moet voorstellen, over het beeld worden coca bladeren en alcohol gegooid en in de mond doet men sigaretten, dit alles om de God te eren. 'S middags neem ik de bus naar Uyuni, in Potosí is verder weinig te doen of te zien.