Death Road -Huayna Potosi

25 oktober 2015 - La Paz, Bolivia

Death Road, genoemd naar de vele dodelijke ongelukken op deze weg. Tot 2006 was dit de enige weg van de jungle naar La Paz en omgekeerd. Jaarlijks stortte er zo'n 25 auto's de afgrond in. Dit had voornamelijk te maken met de breedte van de weg die op de smalste stukken maar drie meter breed is. Hier ging al het personenverkeer en vrachtverkeer overheen, je kan je dus wel voorstellen als er twee vrachtwagens elkaar kruisen er een probleem ontstaat. Tegenwoordig wordt de weg nog maar zelden gebruikt door auto's en is het een toeristische attractie geworden om er te mountainbiken. Ook niet zonder gevaar, heb mensen gezien met een gebroken sleutelbeen, pols en gebroken ribben. Verbazingwekkend dat er dan nog dagelijks zo'n 100 toeristen naar beneden gaan. Ik ben daar een van. En het was echt supergaaf! Je begint op 4700m en eindigt op 1300m hoogte, een flink stuk dalen dus. Het eerste stuk doe je op asfalt om even te wennen aan de fietsen, het tweede gedeelte is Death Road. In het begin is het best wel spannend maar na een tijdje heb je het door en daal je als een professional naar beneden. In onze groep waren wel een stuk of vier mensen gevallen maar niks ernstigs, één gekneusde pols en war schaafwonden. 

Huayna Potosi, een naam die ik niet snel zal vergeten. Het is de naam van een berg op zo'n anderhalf uur rijden van La Paz. Huayna Potosi is 6088m hoog, dat is nog eens wat anders dan de Vaalserberg met zijn 322 meter. 'S ochtends vroeg om half 8 worden we verwacht, hier ontmoet ik een Belgisch meisje waarmee ik samen de berg ga beklimmen. Na een hobbelige rit over een zandpad komen we aan bij het basiskamp. Hier organiseren we onze backpacks, we krijgen namelijk een hoop gear mee om de berg te beklimmen. Een helm, muts, fleece trui, skijas, skibroek, sneeuwschoenen met ijzeren punten, slaapzak en een ijshamer. Alles bleek zeer noodzakelijk. De eerste dag lopen we vanaf het basiskamp op 4700m naar het high kamp op 5200m. Behoorlijk zwaar maar in twee uur hebben we het geklaard. 'S middags zouden we les krijgen in het gebruik van de ijshamer maar aangezien het was gaan sneeuwen en er zeer dichte mist op kwam besloot Elio, onze gids, om dat te skippen. De rest van de middag heb ik een beetje gelezen en wat kaartspelletjes gedaan met andere mensen die in het high camp waren om de berg te beklimmen. Om 17u krijgen we avondeten (droge rijst en een lapje taai vlees) om vervolgens om 18u te gaan slapen. Middernacht worden we gewekt om te beginnen aan het tweede deel van de klim. Na een klein ontbijt en het aankleden, wat in totaal ruim een uur duurde, vertrekken we. Aangezien het 's nachts was hadden we licht nodig, dus iedereen had een hoofdlampje. Ik had natuurlijk weer een of ander goedkoop prul wat niet goed op m'n hoofd bleef zitten. We beginnen gelijk op de gletsjer waar we de komende uren niet vanaf zullen komen. Na elkaar te hebben vastgemaakt, Elio eerst, het Belgische meisje in het midden en ik achteraan, beginnen we aan de zwaarste ervaring van mijn leven. Vijf uur lang heb ik alleen maar de geel-zwarte sneeuwschoenen gezien van het meisje voor me. De laatste 100m klimmen kostte ons ruim een uur. Het was inmiddels licht maar het had gesneeuwd waardoor de sneeuwschoenen weinig grip hadden. Op ijs en vaste sneeuw werkte ze perfect maar in de verse sneeuw was het een ramp. "One step forward, two steps back". Uiteindelijk bereiken we de top, het was prachtig, maar echt genieten zat er niet in. Mijn tenen waren bevroren en op de top waren ze aan het ontdooien, ik schreeuwde het letterlijk uit van de pijn. Dat en de gebrekkige hoeveelheid zuurstof maakte het een moeilijk te genieten moment. Na ongeveer vijf minuten vertrokken we weer, helaas met weinig foto's aangezien mijn camera de hoogte of de kou niet aankon. De weg terug was veel enger dan de weg omhoog. Het was precies dezelfde route alleen dalen op een helling van 70 graden is toch anders dan klimmen. Daar kwam bij dat ik deze keer op kop moest. Achteraf maar goed ook aangezien ik toch wel een keer of acht ben uitgegleden met als gevolg dat de gids mij moest redden. Rond half 10 arriveren we weer bij het high kamp waar we wat soep krijgen. Langzaam komt iedereen binnen, helemaal gesloopt. En dan te bedenken dat de gidsen het twee tot drie keer per week doen! Onze gids was gok ik een jaar of vijftig met nog vier tanden maar met een conditie die weinig mensen kunnen evenaren. Na een klein bordje soep (honger heb je niet echt op deze hoogte) vertrekken we weer naar het basiskamp. Nog meer dalen, fantastisch! Ik ben opeens erg blij dat ik in het platste land ter wereld woon. Eenmaal beneden beseffen wat we hebben gedaan. Het was het zwaarste wat ik ooit in mijn leven heb gedaan, eens en nooit weer. 

Foto’s

3 Reacties

  1. Guus:
    26 oktober 2015
    Tjonge jonge Tom, wat maak jij toch een hoop mee.
    Liefs hier uit dat platte platte Nederland, Guus.
  2. Hans:
    26 oktober 2015
    Hoi Tom,
    geweldig wat jij allemaal meemaakt. Gisteravond nog een aflevering van 3 op reis gezien over Machu Picchu! Er indrukwekkend. Betekent oude lul blijkbaar als je het niet goed uitspreekt.

    Geniet er van.
    Groet,
    Hans
  3. Marieke:
    26 oktober 2015
    Hoi Tom, je hebt inmiddels vast een hele goeie conditie!
    een kus Marieke